Soul Trees II

Gedicht aan de Den

 

Wie Ik Ben ?

riposteerde de den

is

wat ik weet van

vijftig jaar Denneboom zijn

aan de oever van De Koele,

het meertje in Stellingwerf.

En Jij ? vroeg de den.

 

Ik Ben Die Ik Ben

Een huis op twee benen

met een hart en een buik

en een flink aantal gangen

naar kamers en kasten en kelders

met klip-klap overal

deurtjes : het houdt maar niet op.

 

In de wandelgangen van mijn leven

zijn deuren die op kamers uitgeven

en kamers zien weer op de buitenwereld uit door vensters en ramen die dus als

a l    mijn gedichten

naar binnen en naar buiten toe open gaan.

Mijn Dichten

is een deur

naar binnen en naar buiten

uit liefde voor het leven

en tot leven voor de liefde.

 

Mijn Dichten is een Dans

naar binnen en naar buiten

meer en meer ontdaan

van afgeschudde mantelstukken

 

in de naakte zwier van het bestaan

en de swing van kwieke ledematen

                        overal

waar ruimte is voor twee.

Oh. Zei de Den.

Kijk me eens aan, zei de Denneboom

Zie Je Mij Wel

Staan ? 

 

 

 

Den

Soul Trees II

Poem to the Den       

 

Who I Am ?

Riposted the Den

Is what I know for twenty five odd years

Of being a Grove Den Soul Tree in Stellingwarf

In moisty regions at the bank of a little fen.

And You ? , did ask me the den.

 

I Am Who I Am

A two legged house with a heart and a belly

And quite a number of corridors and alleys

To rooms with a view and cupboards and cellars

With switch-swatch all over the place

little doors : no end comes to it.

 

In the lobbies of my life

You find doors that give way to rooms

Apartments of my heart giving exit to the outer world

By way of windows and frames that

As   a l l   my poems

Open up inward and outward showing

To be open to this world,

all around me Kissing Nature as I go.

 

My Poetry is an Open Door

To  the inside and the outside

Out of love for living and

Out to live for love.

 

My Poetry is a Dance

To the inside ànd the outside charms

More and more dressed in the nude

No clothes nor coats of arms.

 

In the naked dash and flamboyance

Of physical existence too

And in the swing of nimble limbs

        Here There and Everywhere

Where ever I find space and comfort just for two.

 

Oh, says now the Den. Look at me, this Den commends:

Are you aware I’m Here To Stay and

Stand ? 

 

Fred Hoekstra 2014.